Airlie Beach, Cairns & the outback
Blijf op de hoogte en volg Winnie
30 Oktober 2017 | Australië, Wilmington
Hello everyone!
Het is een hele tijd geleden dat ik mijn vorige verslag schreef, maar hier in the outback is meestal geen mobiele ontvangst en over het algemeen ook geen WiFi. Als laatste vertelde ik jullie over de rit naar Airlie Beach. Vanuit Airlie Beach hebben we een dagtocht gemaakt naar de Whitsunday eilanden. Hierbij bezochten we Whitehaven Beach, het strand met het witste zand ter wereld (99% silica) en we maakten een wandeling naar de Hill Inlet lookout. In de middag gingen we op twee plekken snorkelen. Eerst bij Mantaray Bay, waar verschillende soorten vissen zaten met allemaal mooie kleuren. Daarna moesten we nog een stuk varen om te kunnen snorkelen bij het inner Reef van het Great Barrier Reef. Hier is het rif nog niet zoveel aangetast, maar het was veel minder felgekleurd dan ik had verwacht.
De volgende ochtend namen we de bus naar Cairns waar we pas ‘s avonds aankwamen. De volgende dag was een rustige dag, we hebben de was gedaan, in het centrum geluncht (eggs benedict en banana maple syrup pancakes :D) en een wandeling gemaakt over de esplanade die langs de zee loopt. Daar zagen we onder andere pelikanen, een soort witte reigers en heel veel modderkrabben.
Maandag 23 oktober deden we een dagtocht met Luke als onze gids. We begonnen met een bezoek aan Palm Cove Beach. Daarna gingen we naar het Daintree National Park waar we een wandeling maakten en waar je in de Mossman Gorge kon zwemmen, maar het water was daar heel koud. Na weer een stuk rijden gingen we een boottocht maken over de Daintree rivier, een mangrovegebied. We zagen twee grote krokodillen, twee babykrokodillen en een slang. Onze volgende stop was bij de Thornton Peak lookout, waar je uitzicht hebt op een uniek stukje natuur. Je ziet namelijk de plek waar het Great Barrier Reef en het Daintree RainForest aan elkaar grenzen. Na de lunch gingen we bij Cape Tribulation naar het strand. Je kunt hier overigens niet in de zee zwemmen, omdat er giftige kwallen on het water zitten. Daarom gingen we nog naar een andere plek met een waterhole waar je wel kon zwemmen. We bezochten ook nog Port Douglas en Fourmile Beach. Op de terugweg naar Cairns zagen we een Kasuaris, een bijna uitgestorven vogel die het meest aan de dinosaurus verwante nog levende dier op de wereld is. Als laatste had Luke ook nog een verrassing. We stopten bij een strandje en daar gaf de aboriginal een didgeridoo demonstratie en mochten we zelf ook nog proberen te spelen. We werden teruggebracht naar het hostel en daar hadden we toen nog een barbecue (met krokodil-, emoe- en kangoeroevlees).
Dinsdag moesten we vroeg op om naar het vliegveld te gaan. We vertrokken om kwart over acht en waren om tien over tien in Alice Springs waar we de bus naar het hostel namen. Hier was het superwarm, ik denk wel 40 graden. We zijn langs de ‘rivier’ gelopen (stond geen water in), langs ANZAC Hill (daar zijn we laat in de middag nog naar boven gelopen) en door het winkelcentrum. Nadat we hadden geluncht en onze spullen naar de kamer hadden gebracht zijn we naar het Royal Flying Doctors Service (RFDS) museum geweest. We kregen een korte presentatie over de werkwijze van de RFDS en de voertuigen die ze gebruiken en de hoeveelheid mensen die er werkt. Daarna keken we een film over de geschiedenis van de RFDS, die is opgericht on 1928 door John Flynn. Na de film konden we in het museum kijken met onder andere een paar modelvliegtuigen, medische hulpmiddelen en oude radio’s die vroeger gebruikt werden.
Op woensdag moesten we weer vroeg op, omdat onze tour van Alice Springs naar Adelaide begon. Onze gids/chauffeur was Andy en voor het eerste stuk van de rit zaten we met 15 andere mensen in de bus. Onze eerste stop van de dag was in Erldunda. Daarna zouden we doorrijden naar Curtin Springs, maar onderweg brak het wiel van de trailer af (ik zag het wiel door het zand naast de weg rollen). Gelukkig hoefden we niet heel lang te wachten tot er een andere tourbus langskwam en die heeft toen een deel van de groep meegenomen, terwijl de rest moest wachten tot de kapotte trailer opgehaald werd. We hadden toch nog een stop in Curtin Springs en werden daarna naar Yulara gebracht. De rest van de groep bleek daar al te zijn en dit was ook de plek waar we gingen overnachten. Na de lunch gingen we naar Uluru National Park, waar we eerst naar het culturele centrum gingen en daarna een wandeling deden rondom Uluru. Uluru staat ook wel bekend als Ayers Rock en is een enorme rode steen, die voornamelijk bestaat uit geoxideerd ijzer. Voor de aboriginals is het een plaats voor ceremonies voor de mannen. Na de wandeling gingen we terug naar de camping en keken we de zonsondergang over Kata Tjuta. ‘s Avonds kregen we zwarte rijstsalade en kangoeroebiefstuk te eten. We sliepen in swags: een soort zak gemaakt van tentdoek met een matras erin waar je met je slaapzak in gaat liggen. Mama vond het volgens mij niet zo’n succes, maar ik vond het zelf super, zeker omdat je heel goed naar de sterren kon kijken.
De volgende ochtend moesten we al om half vijf op. We gingen namelijk naar de zonsopgang over Uluru kijken en daarna een wandeling maken bij Kata Tjuta (betekent vele hoofden). Je moet de wandeling starten voor 11 uur in de ochtend, maar liever eerder, omdat het anders veel te warm is. Ik vond het een supermooie wandeling en het was ook grappig dat je allerlei dingen kunt herkennen in de rotsen. Zo was er één die op een olifant leek en één op een kikker. Na de wandeling gingen we terug naar de camping en toen bracht Andy me naar de dokterspost, omdat ik al een paar dagen met een ontstoken vinger rondliep die er alleen maar slechter uit ging zien. Het is goed dat ik gegaan ben, want nadat de broeder mijn vinger had opengesneden bleek er een splinter in te zitten. Pleister erop en met antibiotica teruggegaan maar de camping. Daar vertrokken we rond kwart over één. We hadden een stop in Curtin Springs, waar ik de vogels in de vogelopvang heb bekeken. We stopten ook nog bij een uitzichtpunt op Mount Connor en een zoutmeer. Als laatste stopten we bij Kings Creek Station, onze slaapplek. Ik heb gezwommen en daarna geholpen met het eten klaarmaken: rijst met curry. Na het eten hadden we nog een kampvuur.
Op vrijdag moesten we nog vroeger op: 4 uur. Rond 5 uur begonnen we aan de Kings Canyon Rim walk. We waren de eerste groep die aan de wandeling begon en de temperatuur was nu nog goed. Het eerste stuk van de wandeling wordt Heart Attack Hill genoemd, omdat je een best steil stuk van zo’n 500 stappen voor een persoon van gemiddelde lengte moet lopen. Ik vond het zelf heel erg meevallen, mama iets minder. We liepen eerst aan de ene kant van de canyon, waar je in kon kijken. Daarna moesten we naar beneden, naar de ‘Garden of Eden’. Er is daar een soort meertje en je hoort er heel veel vogels fluiten. Daarna moesten we weer naar boven om aan de andere kant van de canyon verder te lopen. In de middag reden we eerst naar Erldunda, waar we de emoes mochten voeren. Daarna reden we naar Kulgarie. Mama en ik sliepen daar samen in een cabin, klein kamertje met twee bedden en airco. Het eten werd verzorgd door het station en bestond uit friet, salade, vis/kip/veggieburger. ‘s Avonds beerpong gespeeld in de bar.
De volgende ochtend konden we tot half zeven uitslapen en om kwart over zeven vertrokken we naar de grens tussen Northern Territory en South Australia. Daar stopten we natuurlijk even om een foto te maken en daarna reden we, met nog een korte stop in Maria, door naar Coober Pedy. Dit plaatsje is bekend om de winning van opaal. Zo’n 80% van de inwoners woont ondergronds in een uitgegraven huis. Dat is heel handig, want de temperatuur is hier altijd tussen de 21 en 24 graden. We bezochten het opaalmijn museum, waar we uitleg kregen over de winning van opalen en we bekeken een huis en oud stuk mijn. Daarna bekeken we Coober Pedy zelf nog, maar naast een boek winkeltjes die sieraden met opaal verkopen is er niet veel. ‘s Avonds aten we bij John’s pizza bar (nr 2 beste pizza van Australië volgens Tripadvisor) en het was ook echt goeie pizza. Na het eten gingen we nog naar Josephine’s art gallery en kangaroo sanctuary. Daar konden we wat aboriginal schilderijen bekijken, didgeridoo spelen en daarna mochten we de kangoeroes voeren. :D Dit waren vier volwassen kangoeroes, maar er was ook nog een babykangoeroe die we mochten aaien. We overnachtten in een ondergrondse slaapzaal.
Vandaag is het zondag 29 oktober en we zitten vandaag vooral in de bus. Vanochtend hoefden we pas om 7 uur op, maar vrijwel iedereen was al eerder op, dus vertrokken we rond half 8. Onze eerste stop vandaag was in Glendambo en voor lunch stopten we in Woomera (speerwerper in aboriginal taal). Daar bekeken we ook oude raketten, bommen en vliegtuigmodellen van het Amerikaanse leger, die hier een testbasis hebben. Onderweg hebben we ook nog een boel emoes gezien en ook een paar emoejongen. Onze volgende stop was in Port Augusta, waar we de zee weer konden zien. Op dit moment rijden we door/langs Flinders’ Ranges, een gebied met allemaal bergen en vanavond slapen we in Wilmington.
Groetjes, Winnie
-
03 November 2017 - 10:10
Maaike:
Hoi Winnie,
Wat leuk om met je mee te lezen zo! Je komt op veel plekken!
Ik vind het heel gaaf klinken...
Heel veel plezier nog!
Groetjes Maaike
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley